Zijaanzicht.
Lengte: 16,6 cm. Hoogte: 7,4 cm. Breedte: 2,5 cm. (max.)
Vindplaats: Den Haag
Bijzonderheden: Determinatie door dr. J. Butler van de Universiteit Groningen.
Deze zogenaamde 'randhielbijl' uit de midden-bronstijd is gevonden in een Haags gronddepot. De bijl is van het zogenaamde Zuid-Engelse type. Er wordt verondersteld dat dergelijke bijlen in Engeland zijn gemaakt, waarna ze naar het vaste land werden geëxporteerd. De theorie is aannemelijk geworden omdat er enerzijds meer dan eens exemplaren van dit type van de zeebodem zijn opgevist, en anderzijds in Zuid-Engeland complete werkplaatsen voor de vervaardiging van deze bijlen zijn aangetroffen.
Ons exemplaar vertoont nog zeer duidelijke gietnaden en de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (R.O.B.), waar de vondst gemeld is, neemt aan dat het derhalve om een depot- of offervondst gaat.
Het feit dat men in de bronstijd een dergelijke bijl bezat valt uit een drietal redenen te verklaren, namelijk:
1 |
Werktuig: voor het kappen van hout |
2 |
Strijdmiddel: om geschillen mee te beleggen
|
3 |
Statussymbool / Pronkstuk: gezien het feit dat brons een nog dure grondstof was, moet de eigenaar enig aanzien hebben gehad. Het brons verdrong immers geleidelijk aan het nog steeds in gebruik zijnde vuursteen. |
De bijl is de 6e van Haags grondgebied en het patina doet vermoeden dat de bijl in het veen heeft gelegen. De waarde is verhoudingsgewijs niet eens zo hoog, omdat er toch nog flink wat van dit soort bijlen bekend zijn.